Taalfouten en verhalen schrijven
OSMC-blog door Marjon Cosijn
Er was eens een jongeman, die erg onzeker was over zijn spelling. Hij wist uit ervaring dat hij taalfouten maakte. Dingen die voor anderen vanzelfsprekend waren, leek hij maar niet te kunnen onthouden.
Verliefd
Hij werd hierom uitgelachen en daardoor vond hij het steeds moeilijker om iets op te schrijven. Toen hij het meisje van zijn dromen tegenkwam, wilde hij niets liever dan haar laten weten hoe mooi en hoe lief hij haar vond. En dat hij met haar de toekomst wilde delen.
Het kwam niet bij hem op dat hij naar haar toe zou kunnen gaan om haar dat te zeggen. Daar was hij te verlegen voor. En daarbij, ze was zó mooi en zó lief. Ze zou hem niet zien staan. De oplossing was om haar een brief te schrijven. Een liefdesbrief.
Liefdesbrief met taalfouten
Avond aan avond schreef hij, met het puntje van zijn tong tussen zijn tanden. Moeizaam verschenen de letters op papier en hoewel hij in zijn hoofd al haar kwaliteiten en al zijn dromen prima kon benoemen, lukte het hem niet om iets wat daarop leek op papier te zetten.
Je raadt het al, lieve lezer, die liefdesbrief is er nooit gekomen. Dat meisje heeft nooit geweten hoe zeer ze door hem werd geadoreerd. Dat meisje, dat zelf zo onzeker was en dat het dolgraag had willen horen, bleef lief en leuk zonder dat ze ooit van dit jongeman hoorde hoe hij over haar en over hun toekomst droomde. Zo jammer!
Angst voor taalfouten remt af
Regelmatig krijg ik mails van mensen die ervan dromen om te schrijven, maar die onzeker zijn omdat ze taalfouten maken. Zoals de jongeman uit het voorbeeld hierboven stagneren zij, zodra ze hun pen op papier zetten. Ik weet dat zij het verhaal dat zij willen schrijven in hun verbeelding voor zich zien, maar de onzekerheid en de schaamte over taalfouten houdt hen tegen.
Natuurlijk bestaat een verhaal uit woorden en hebben we bepaalde afspraken over spelling. Natuurlijk hoort een verhaal voordat het aan de lezer wordt gepresenteerd correct gespeld te zijn. Maar taalfouten kun je heel gemakkelijk achteraf corrigeren. Daar is zelfs de spellingcontrole voor uitgevonden.
Je bent de enige niet
Niet iedereen heeft de kans gekregen om correct te leren schrijven. En het is ook niet voor iedereen even gemakkelijk om spellingsregels te leren en die toe te passen. Pablo Picasso kon niet goed spellen. John Lennon maakte fouten. Agatha Christie was dyslectisch.
Het is altijd goed om te weten dat je niet de enige bent. Dat helpt om die onterechte schaamte los te laten. Want wat maakt het in feite uit of je ‘ik wordt verliefd’ of ‘ik word verliefd’ schrijft? Het gaat om het gevoel, de beleving die erachter zit. Het gaat om het verhaal dat je wilt vertellen.
Mijn advies is: ga schrijven. Zorg dat je verhaal op papier komt. Jouw verhaal is uniek. Jij bent de enige die het kent. Zoals de jongeman de enige was die zijn gevoelens voor het meisje kende, zo ben jij de enige die jouw verhaal kent. Daarom moet jij het zelf opschrijven.
Als het klaar is, zijn er zoveel mensen die je verhaal kunnen nakijken op taalfouten. Zoveel mensen die het zelfs leuk vinden om een tekst aan te passen aan de spellingsafspraken die op dit moment geldig zijn.
Ieder zijn eigen kwaliteiten
En heel grappig: iemand die uitstekend een tekst kan corrigeren, is vaak niet in staat om zelf een goed verhaal te schrijven. Dat komt omdat we bij het toepassen van spellingregels onze linkerhersenhelft gebruiken en verhalen komen uit de rechterhersenhelft. Bij de meeste mensen is een van beide hersenhelften beter ontwikkeld.
Laat je dus in geen geval tegenhouden door het idee dat een verhaal, waarin een paar letters niet op de juiste plek staan, geen goed verhaal zou kunnen zijn. Verhaal en spelling zijn twee verschillende dingen. Dus laat al die schaamte achter je en schrijf!
Geïnspireerd? Lees dan ook deze blog: Ga nu aan de slag met je schrijfdroom!
Geef een reactie