Ontdek waarom schrijven je zo kwetsbaar maakt en hoe je dat oplost
Door Marjon Cosijn
Mijn vaste grap luidt: ‘schrijven is iets anders dan volksdansen’. Een grap heeft altijd een kern van waarheid. Deze ook. Als je gaat volksdansen, fiets je op een vaste weekavond naar de danszaal. Daar is je vaste groep. Je zwaait naar de instructeur en je wacht op het programma dat hij heeft voorbereid. En natuurlijk is er muziek.
Dat alles ontbreekt voor wie gaat schrijven. Dat maakt ons als schrijver kwetsbaar. Eerst de kwetsbaarheden op een rijtje. Daarna vertel ik je hoe je dat oplost.
Kwetsbaar (1)
Wie wil schrijven, moet dus zelf een vaste avond (of ander dagdeel) reserveren. Dat is belangrijk. Ga maar na: als je op ieder moment van de week bij het volksdansen kon binnenlopen zou je nauwelijks gaan. Datzelfde geldt voor schrijven: zonder tijdreservering gebeurt het niet. Zo simpel is het.
Kwetsbaar (2)
Als je schrijft, is er geen groep. Geen sociale controle. Niemand die aantekent of jij op komt dagen en ook niemand die blij is om jou te zien. Schrijven is een solitaire bezigheid. Je doet het alleen. Dat betekent dat het jouw reis is en dat maakt je kwetsbaar. Want op het moment waarop je aarzelt of je vertrouwen verliest, is er geen groep om je op te beuren.
Kwetsbaar (3)
Geen instructeur voor de schrijver. Niemand die zegt hoe je het moet doen. Ja, je leest blogs en magazines over schrijven, maar uiteindelijk moet je jezelf aansturen. Steeds zelf bepalen wat je wilt en hoe. Ook dat maakt je kwetsbaar, want een duwtje in de rug van iemand met verstand van zaken helpt je snel over een hobbel heen.
Kwetsbaar (4)
Schrijven gaat niet volgens een programma. Je kunt niet terugvallen op ritmes of routines van anderen. Je moet je eigen werkwijze ontwikkelen. Dat is een uitdaging. Schrijfboeken genoeg waarin het ideale schrijfritme wordt uitgelegd, maar jij moet zelf uitproberen wat bij jou past.
Kwetsbaar (5)
Muziek …oh wacht. Deze hoort niet in het rijtje van kwetsbaarheden. Muziek kan er natuurlijk wél zijn. Sommige schrijvers schrijven een complete roman met één artiest op de achtergrond. Anderen zetten muziek in om in een bepaalde stemming of schrijfritme te komen. Met een koptelefoon sluit je de wereld buiten.
Het rijtje is nog niet compleet
Er zijn nog andere zaken die je als schrijver superkwetsbaar maken. Daarover vertel ik hieronder en ook hoe je hiermee omgaat. Dus lees snel verder.
Als je volksdanst, ben je onderdeel van de groep. Je voelt je beschermd. Het ergste dat je kan gebeuren, is dat je uit de maat danst. Of rechtsom draait, als het linksom moet zijn.
Want dan val je op. Dan val je uit de toon. Dan val je uit de groep. Met kans dat de instructeur je apart neemt. Of dat groepsleden hun wenkbrauwen optrekken. Dat voelt vervelend, je voelt je bekeken. Je bent de veiligheid van de groep kwijt.
Als schrijver sta je alleen
Als je schrijft, heb je dit probleem niet. Integendeel. Je staat alleen op het podium. Niemand om je achter te verschuilen. Niemand die je aanstuurt. Niemand om steun bij te zoeken als je even de maat kwijtraakt.
Mensen vergelijken zich met anderen. We doen het goed als we gelijk opgaan met onze soortgenoten. Dat heet aangepast gedrag en dat maakt de maatschappij lekker overzichtelijk.
Wie zich inhoudt, slaat de plank mis
Ik zie vaak cursisten met kabbelende teksten. Uit gewoonte schrijven ze vanuit aangepast gedrag. Zij houden zich in, willen niet uit de toon vallen. Maar de verhalen die ze produceren zijn saai door afgevlakte hoogtepunten en gedimde emoties.
Dit is een valkuil voor ons allemaal omdat we nu eenmaal binnen een maatschappij leven. Mijn tip aan jou: vraag je regelmatig af hoe je verhaal spannender, extremer, aangrijpender kan. Durf buitensporig te zijn. Je doet niet gauw te gek.
Schijnwerpers zijn meedogenloos
Een andere belangrijke reden waarom je je inhoudt tijdens het schrijven, is het (onbewuste) besef dat je woorden op een dag onder de schijnwerpers liggen. Helemaal alleen. Heel kwetsbaar. Want voor iedereen zichtbaar.
Om te voorkomen dat je voor gek staat, teveel opvalt of uitgelachen wordt, schrijf je niet het verhaal dat je echt zou willen schrijven. Dat is geen weloverwogen keuze, maar een onbewust proces.
Hierdoor wordt schrijven minder leuk
Je kunt de vinger er niet opleggen. Er rammelt iets. Je verhaal komt niet op papier zoals je wilt. Als de vaart eruit gaat, gaat de lol er af. Je begint te piekeren. Overweegt opnieuw te beginnen. Of te stoppen …
Hoe los je dat op?
Anders dan bij het volksdansen kun je nergens op terugvallen. Geen instructeur die je laat zien hoe je de beste hoofdstukindeling maakt. Geen groepsleden met wie je tekst kunt vergelijken.
Dat laatste is trouwens tegelijkertijd een vloek en een zegen. Geen schrijver wil voorgeschreven krijgen hoe hij zijn verhaal moet vertellen. Het is immers zíjn verhaal en van niemand anders.
Vrijheid versus feedback
Je geest, je verbeelding is je vrijheid. Die vrijheid moet je beschermen, want die waarborgt dat het joúw verhaal wordt en van niemand anders.
Een schrijfgroep kan stimulerend werken, maar als die niet onder deskundige leiding staat, wordt het een koffiekransje dat alleen maar tijd kost.
Ook voor online platforms geldt dat je goed moet opletten van wie je raad aanneemt. Anders kom je van de regen in de drup.
Zo raakte ik in de war
Na een lesdag aan Schrijversvakschool Amsterdam stapte ik op de trein de feedback van 14 mede-cursisten in mijn tas. In iedere opmerking zat iets waardevols.
Alle feedback verwerkte ik. Oftewel: ik probeerde iedereen tevreden te stellen. Dat was mijn levenshouding. Maar voor een schrijver werkt dat niet.
Maanden verder had mijn uiteindelijke tekst weinig meer te maken met het verhaal dat ik had willen schrijven. Onderweg was ik de verbinding kwijtgeraakt.
Blijf bij jezelf
De verbinding met je verhaal kwijtraken, is het ergste wat een schrijver kan overkomen. Want daar gaat schrijven over: boven water halen wat jij te zeggen hebt en dat zo effectief mogelijk verpakken in tekst.
Een goede tekst die jouw verhaal niet meer is, is een mislukte expeditie. Dan kun je beter bij een volksdansgroep gaan :)
Dit leerde ik
Het belangrijkste wat ik van die feedbackverwarring heb meegenomen, is dit: weet wat je te zeggen hebt voordat je iemand mee laat denken over je verhaal.
Als je namelijk weet:
- wat je thema is
- over welk dilemma het gaat
- wat je aan de orde wilt laten komen
- hoe je verhaal moet aflopen
- wat de lezersconclusie moet zijn na de laatste pagina
heb je ijkpunten. Daarmee toets je de feedback die je krijgt aan je schrijfplannen. Dat voorkomt dat je een windhaan wordt, zoals ik destijds.
Bedenk bij feedback altijd dit
Wat anderen zeggen, gaat altijd over hen. Niemand, maar dan ook niemand kan jouw verhaal schrijven. Jouw verhaal is uniek. Het verbeeldt jouw kijk op de wereld, vanuit jouw eigen perspectief.
Anderen kunnen alleen op jouw tekst reageren vanuit hun standpunt, vanuit hun beeld van de wereld.
Heb je dan niks aan feedback? Jazeker. Ik pleit altijd voor de frisse blik van een schrijfcoach. Die kan je snel verder helpen, want die wijst je op dingen die jij over het hoofd ziet of waar je niet aan denkt.
Werk aan je zelfvertrouwen
Als schrijver heb je in de eerste plaats zelfvertrouwen nodig. Je moet weten wie je bent, wat je wilt en waarom. Zonder zelfvertrouwen schrijf je geen verhaal. Althans niet een krachtig verhaal dat ertoe doet.
Als je onzeker bent, stagneer je. Loop je vast. Verlies je je schrijfplezier. Uiteindelijk schuif je je verhaal aan de kant. Hoe langer het in de kast ligt, hoe groter de kans dat het nooit geschreven wordt.
Daarmee doe je jezelf tekort. Dat verlangen naar schrijven is er niet voor niks. Dat betekent dat iets in jou gehoord wil worden. Het is de bedoeling dat je gehoor geeft aan dat verlangen.
Als je je onzekerheid loslaat, heb je geen volksdansgroep nodig 😊. Dan bepaal jij je tijd en je schrijfplek. Je bent je eigen instructeur en je kiest zelf je programma. Jouw personages zijn je groepsleden. En die trekken nooit hun wenkbrauwen op achter je rug.
Geef een reactie