Inzicht in het creatief proces verandert je schrijven
OSMC-blog door Marjon Cosijn
Vandaag vertel ik je over twee cursisten: Cato en René. Beiden kwamen naar een cursus Creatief Schrijven, die ik in een cultureel centrum in Zeeland gaf. Misschien heb je ook weleens een creatief proces meegemaakt in een schrijfgroep!
Deze twee cursisten waren elkaars tegenpolen. Zodra ik een onderwerp aansneed, fronste René zijn borstelige wenkbrauwen. Aansluitend maakte hij driftig aantekeningen, terwijl hij diepe zuchten slaakte.
Cato zuchtte ook, maar haar zuchten waren bedoeld om mij te laten weten dat ik geen nieuws vertelde. Ze ergerde zich hoorbaar aan René en tijdens mijn uitleg onderbrak zij mij regelmatig om haar visie te geven. Je kunt je voorstellen dat dat voor iedereen in de groep irritant was.
Tegenstellingen zijn interessant
Lesgeven aan groepen volwassenen is een uitdaging. Als schrijfjuf heb je altijd te maken met niveauverschillen en allerhande verwachtingen.
Tegengestelden als Cato en René had ik tot op dat moment nog niet meegemaakt. Maar ik kon hen wel aan. Als René leek te stagneren, moedigde ik hem aan en zodra Cato voor docent ging spelen, remde ik haar af.
Beiden verrasten mij met hun teksten
Tussen de lessen door dacht ik na over René en Cato. Ik vroeg me af hoe ik René meer zelfvertrouwen kon geven. Hij kwam wekelijks, had duidelijk een schrijfwens, maar hij maakte het moeilijker dan het was. Zijn teksten verrasten mij.
Cato was een heel ander verhaal. Zij ontbrak evenmin nooit in de les, maar ik vroeg me af waarom zij zich had ingeschreven. Ze liet zich niets zeggen en probeerde mij geregeld de pas af te snijden. Haar teksten verrasten mij ook.
Twee uitersten
Hoewel René altijd eerst panisch om zich heen keek of verwoed bootjes tekende in de kantlijn van zijn schrift, kwam hij uiteindelijk altijd met een humoristische tekst die aansloot bij mijn schrijfopdracht. Steevast was hij verbaasd dat de groep onder tafel lag van het lachen.
Cato gaf me het gevoel dat ik haar als gevorderd student een kleuteropdracht had gegeven. Met een lamlendig gebaar pakte zij haar pen en begon te schrijven. Lang voordat de timer afliep, zette ze haar laatste punt.
Net als alle cursisten werd Cato ook uitgenodigd om voor te lezen. Met vlakke stem las ze haar regels. Tot slot zei ze altijd zoiets als: ’Meer kan ik van zo’n schrijfopdracht niet maken’.
Een andere aanpak
Uitgedaagd door deze twee cursisten sneed ik een stuk theorie aan dat ik niet eerder in een lescyclus had behandeld. Cato en René vertegenwoordigden de twee uitersten, maar ik was tot de conclusie gekomen dat beiden hetzelfde antwoord nodig hadden!
René dacht dat alles extreem moeilijk was en blokkeerde zichzelf met zijn onzekerheid. In de les, onder tijdsdruk en mijn wakend oog, kwam hij nog wel tot schrijven, maar zijn huiswerk lukte nooit. Als excuus voerde hij aan dat het ‘te moeilijk’ was geweest.
Cato dacht dat alles extreem gemakkelijk was. Zij schreef wel onmiddellijk, maar het niveau van haar teksten was laag. Ik was ervan overtuigd dat zij veel beter kon, als ze zichzelf de kans zou geven. Haar huiswerk had dezelfde lakse toon als de schrijfopdrachten in de les.
Alles veranderde in les 7
In les 7 liet ik personages, dialogen en opbouwen van spanning links liggen. In plaats daarvan vertelde ik over de essentie van schrijven. Ik deed een boekje open over het creatieve proces.
Schrijven lijkt niet op rekenen. Bij schrijven is 1+1 nooit 2. Niemand kan precies verklaren waarom een bepaalde tekst werkt en een andere tekst niet. Wie met wiskunde bezig is, verdiept zich in formules. Maar schrijvers hebben te maken met het creatief proces.
Kennis geeft inzicht
Een creatief proces is een zoektocht. Maar niet een zoektocht waarbij je met een blinddoek om door de mist dwaalt. Toch is dat het gevoel dat veel mensen die pas starten met schrijven ervaren. Zo hoeft het niet te zijn.
Want al is het creatieve proces ondoorgrondelijker dan de onwrikbare wiskundige formules, het heeft wel degelijk een patroon. Het creatieve proces bestaat uit fases. Die fases hebben verschillende kenmerken. Als je weet in welke fase je zit, geeft dat houvast en zelfvertrouwen.
Cato en René
De les over de geheimen van het creatief proces was zowel voor René als voor Cato een openbaring. Geen van beiden had ooit op die manier nagedacht over schrijven. René kreeg handvatten voor zijn onzekerheid en ontwikkelde zelfvertrouwen.
Met Cato had ik na een les een gesprek, waarin zij haar verwondering uitsprak over de inzichten die ze deze ochtend had opgedaan. ‘Ik wist altijd dat ik betere teksten kon schrijven dan ik deed, maar nú weet ik dat ze er zullen komen.’ En deze keer had ze gelijk!
Geef een reactie