Laat het zien, vertel het niet!

OSMC-Gastblog door Johan van de Ende

Wie het veelbesproken dogma show, don’t tell in creatief schrijven letterlijk neemt, schrijft alles in beelden, want vertellen doe je niet. Don’t tell! Veel startende schrijvers stoeien met het dogma om die reden, iets dat dan resulteert in proza waarin te geforceerd het beeldend schrijven wordt toegepast.

Jan is boos

Een voorbeeld dat veel gebruikt wordt om het dogma te illustreren is: boze Jan. De boosheid van Jan moet getoond worden; de lezer moet voelen hoe boos Jan is. Schrijvers (beginnend en gevorderd) gebruiken dan prachtige taalvondsten waarmee de meest uiteenlopende gymnastische uitspattingen worden beschreven. De show, don’t tell-puristen hanteren zelfs de regel dat bijvoeglijke naamwoorden een uitnodiging zijn om proza in beelden te laten excelleren.

Stel je eens de volgende scene voor: Onze boze Jan bevindt zich in een oud huis, naast bemoeizuchtige buren die getuigen zijn van de echtelijke ruzie tussen Jan en zijn, door een bijna voldragen zwangerschap emotioneel minder stabiele, en sinds kort stotterende, vrouw Joyce. Wat als de bovenstaand omschreven scene breed beeldend wordt opgenomen in een roman, maar van ondergeschikt belang is ten aanzien van de plot van die roman?

De essentie

Dan schrappen we de scene, want schrijven is schrappen, meldde mij eens een cursist. Alhoewel de stelling over het schrappen een van de grootste waarheden in het vak schrijven is, was het antwoord van de cursist wat te kort door de bocht. De plot is de essentie van het verhaal. Eigenlijk moet alles wat geschreven wordt direct dan wel indirect in dienst staan van de plot.

Als de echtelijke ruzie van Jan een van vele is, en Jan in het verhaal strijdt om het behoud van de regenwouden in Brazilië (conflict), dan is het verhaal niet geholpen bij enkele pagina’s die beeldend ingaan op de ruzie.

Tenzij de ruzies en het oude huis een direct gevolg zijn van de onbezoldigde, overzeese inspanningen van Jan, en zijn vrouw door de stress is gaan stotteren. Tenzij de bemoeizieke buurman zich ruim acht maanden geleden heeft ontfermd over de vrouw van Jan, het kind dus mogelijk van hem is en dat probleem Jan nu thuishoudt, waardoor hij niet in staat is om bij een belangrijke vergadering in Sao Paulo te zijn. Een probleem dat zijn conflict in Brazilië (ernstig) vergroot. Tenzij, tenzij, tenzij.

Maar als de plot vraagt om focus op de zaken in Brazilië en het slechte huwelijk van Jan slechts een van de redenen is waarom hij soms langer dan nodig in Brazilië verblijft, dan vraagt de thuissituatie van Jan om een vertelling van die feiten, en dat kan zo kort zijn als de cursieve zin hierboven.

(Notabene: ik spreek over plot als in een plot driven verhaal, lees voor de plot ook character indien het verhaal character driven is, en lees beide in een plot driven coming of age.)

Definitie

Het voorbeeld dat ik hier geef helpt bij het begrijpen van de definitie die ik heb opgesteld en die mijn visie vertaalt over show, don’t tell.

Show kan relevant zijn als het de essentie/plot van het verhaal betreft,

waar tell relevant is om de omgeving te schetsen waarbinnen de essentie zich ontwikkelt.

Schrijven is een verhaal durven vertellen, en tijdens die vertelling met mooie beelden, op de juiste momenten, de gewenste accenten weergeven.

Afscheid van een dogma, welkom voor een adagium

Don’t tell, niet vertellen: het is een dogma, en dat is jammer. De waarheid ligt genuanceerder. Dat is mogelijk ook waarom schrijvers – die mooi beeldend kunnen schrijven – zoals Buwalda en Japin zich regelmatig neerbuigend uiten over het dogma. En John Williams heeft postuum zijn leven met Stoner het ultieme bewijs geleverd dat een goed verteld verhaal een enorme bestseller kan opleveren. Het is daarom dat ik als schrijver en schrijfdocent mij hard maak voor mijn adagium:

Show the essence, tell the story.
Johan van den Ende is schrijver en schrijfdocent. Als schrijver werkt hij al enkele jaren aan zijn debuut: de historische roman Witter Zwart. Naar verwachting verschijnt de roman eind 2016.
Als schrijfdocent leidt Johan, samen met zijn vrouw Joanne, Schrijfatelier De Koningsheerd. Bij hun schrijfcursussen staan kleine cursusgroepen en persoonlijke aandacht centraal. Het cursusaanbod sluit aan bij de verschillende niveaus van de schrijvers: van een basiscursus met kleine, creatieve schrijfoefeningen tot aan manuscriptbegeleiding.

 

 

 

  • Vind je het gemakkelijk om een verhaal te ’tonen’, als door een camera? Of heb je daar tips voor nodig? Stel je vragen onderaan de blog.
  • Schiet je weleens door in tonen en moet je juist leren vertellen? Of vind je het verschil tussen die twee lastig?

Schrijf je ervaringen in het antwoordveld onder de blog! En heb je vragen aan Johan van den Ende, stel ze gerust.