Hoe zinslengte je verhaal beïnvloedt

OSMC-gastblog door Leonardo Pisano

Lian Sarneel heeft in haar post Over lange zinnen en komma’s een uitstekende aftrap gegeven over zinslengte. Let wel, lang en kort zijn relatieve begrippen: lang bestaat bij gratie van kort en omgekeerd. Maar er is meer dan het puur taalkundige effect van zinslengte: heb je er weleens bij stil gestaan dat je met de zinslengte de aandacht van de lezer kunt beïnvloeden? En dat spanning in een verhaal samenhangt met de lengte van de zin? In deze blog meer over deze principes.

Zinslengte is van belang

Je hebt er misschien nog nooit bij stilgestaan, maar een lezer leest niet ieder woord met evenveel aandacht. Het brein van de lezer vindt het begin en het einde van de zin het belangrijkst. In het middelste gedeelte van de zin loopt de aandacht wat terug. Dat betekent dat de lezer zijn aandacht vooral richt op het begin en het slot van de zin.

Als schrijver kun je op dit principe inspelen door zaken die belangrijk zijn voor- of juist achteraan in de zin te plaatsen.

Het ademritme van de lezer reageert op de zinslengte

Renate Dorrestein vertelde me eens in een workshop dat er onderzoek is verricht naar het ademritme van de lezer: Korte zinnen geven een kort, ‘hijgend’ ademritme. Dat voorkomt dat de aandacht inzakt. Soms krijgt de ademhaling zelfs een staccato-effect.

Lange zinnen daarentegen veroorzaken een kalm ademritme, een golvend effect.

In onderstaande figuren zie je hoe deze principes er uitzien in een grafiekje.

Spanning kun je opvoeren met zinslengte

Schrijvers die bovenstaande principes begrijpen, weten dat zij de spanning kunnen verhogen door korte zinnen te maken. Spannende actie in je verhaal vraagt bijvoorbeeld doorgaans om korte zinnen, terwijl je romantische of melancholische momenten kunt ondersteunen door lange zinnen te gebruiken.

Het snelle of juist trage ademritme heeft een effect op het onderbewustzijn van de lezer: het wordt ‘vertaald’ als spannend of romantisch.

Voorbeelden

Hieronder vind je twee voorbeelden. Ik nodig je uit om de zinslengte in de voorbeelden te vergelijken en het effect in spanning/leesbeleving te voelen.

Voorbeeld 1:

Het was aardedonker, een volledige afwezigheid van licht. Ze hapte naar adem toen de paniek alle lucht uit haar longen zoog. Vervloekte tunnel. Vervloekte Hamstra. Vervloekt vak. Misschien moet ik gewoon omkeren! Focus, Marís! Focus op andere zintuigen – gehoor, reuk, tast. Breng je ademhaling onder controle. Adem in … adem uit, in … uit … In … uit …

Voorbeeld 2:

Dat de wekker een uur later rammelde dan voorheen, was het enige positieve aan het vertrek van Suzanne. Hij nam een snelle zelfkastijdingsdouche. Welke malloot doet dat nou in hartje winter, zei Suus altijd. Dan lachte ze en rende haar rondje en hij trok zijn carrièrepak aan en maakte fluitend ontbijt klaar met vers uitgeperste sinaasappelen en muesli en las de krant van de vorige avond tot ze terug was en gedoucht had en ze samen ontbeten en haar hardloopvorderingen bespraken en of hun kinderen later ook zouden rennen.

Maak gebruik van je kennis

Als schrijver kun je dus met de lengte van je zinnen variëren om emotionele effecten te bereiken of om deze in ieder geval te versterken. Gebruik korte zinnen in actiescènes waar spanning belangrijk is. Kies voor lange zinnen in romantische stukken, nostalgische herinneringen en dergelijke.

Let wel op dat het emotionele effect past bij het personage uit wiens perspectief de scène wordt verteld!

Experimenteer jij weleens met lange zinnen?

  • Let je weleens op je zinslengte? Plaats je bewust een punt of houd je je daar niet mee bezig?
  • Zet jij zinslengte in als manier om de spanning te beïnvloeden? Deel jouw aanpak hieronder in het antwoordveld.

Deel je ervaringen hieronder en praat mee!