Hoe je cliché’s opfrist

Door Marjon Cosijn

Februari is de ‘Maand van het Cliché. In een serie van drie blogs neem ik je mee langs dit begrip. In mijn blog

Wat je nog niet wist over clichés besprak ik hoe clichés ontstaan zijn en hoe het komt dat ze hun sprankeling verloren zijn.

Niemand wil verhalen schrijven die volstaan met clichés. Die veelgebruikte en afgezaagde uitdrukkingen nodigen niet uit tot lezen. Ze maken verhalen saai en voorspelbaar. Dat is het laatste wat je als schrijver wilt.

Je wilt je lezers bij de les houden. Daarom moet je hen verrassen. Met je verhaalidee, met je personages, met je plots, maar ook met je taal. Door je woordkeuze kun je de lezer op het puntje van zijn stoel laat zitten.

In deze blog vertel ik je hoe je clichés kunt opfrissen. Want ze vermijden is een illusie.

Waarom clichés onvermijdelijk zijn

Clichés zijn uitdrukkingen die zó treffend zijn dat ze meteen een goed beeld van de situatie geven. Vaak wordt er een vergelijking gebruikt, zoals ‘de zon is een koperen ploert’. Juist omdat deze woorden onmiddellijk een beeld en een gevoel oproepen, worden zij eindeloos door iedereen herhaald. En daarmee verliezen ze hun zeggingskracht.

Door die eindeloze herhalingen zitten clichés in ons collectief geheugen geëtst. Het collectief geheugen bestaat uit informatie waarover iedereen beschikt. Clichés blijven levend, omdat ze door hergebruik steeds opnieuw geactiveerd worden.

Clichés opsporen

Clichés zijn dus onvermijdelijk. Gebruik ze gerust in de eerste versie van je verhaal. Wanneer je woorden moet geven aan een situatie of een gevoel, is het cliché vaak het eerste dat bij je opkomt.

Dat is prima. Het helpt je het beeld neer te zetten. Maar in een later schrijfstadium is het belangrijk dat je je tekst nakijkt op clichés. Spoor ze op en vraag je af wat ermee wilde zeggen.

Cliché opfrissen

Ik heb hierboven ook een cliché gebruikt: ‘de lezer op het puntje van zijn stoel zetten’ is een cliché. Het is een sterk beeld dat precies weergeeft wat ik bedoel, maar het is zeker niet nieuw. Ik neem dit cliché en ga ermee spelen. Beetje rommelen op papier. Ik vraag me af wat ik wil zeggen, en hoe ik dit anders kan verwoorden. Hierdoor ontdek ik een aantal mogelijkheden.

Zeg het anders!

Ik zou de lezer kunnen: betoveren, fascineren, meeslepen, strikken of charmeren. Ik zou hem reikhalzend pagina’s kunnen laten omslaan. Het is misschien nóg spannender om het woord ‘halsreikend’ te gebruiken. Dat is minder bekend, maar wel correct. Mijn lezer slaat nu gefascineerd de pagina’s om in plaats dat hij op het puntje van zijn stoel zit.

Er zijn eindeloos veel mogelijkheden om te zeggen wat je wilt zeggen. Wees geen luie schrijver: spoor de clichés in je verhaal op en zoek goede alternatieven. Zo krijgen je verhalen een originele toon.

Ik heb ook gepuzzeld met het begrip ‘cliché’. Uiteindelijk heb ik de volgende definitie gevonden: ‘een cliché is een uitdrukking die aan zijn eigen succes ten onder is gegaan’. Wanneer ik zoiets op papier zie ontstaan, besef ik dat op deze manier bezig zijn met taal een essentieel onderdeel is van het schrijversvak.

Volgende week: aflevering 3 over clichés

Volgende week schrijf ik een blog over hoe je je kennis van clichés kunt inzetten in je tekst.
Ik wil graag weten hoe jij dat doet.

  • Kun jij clichés herkennen in je tekst?
  • Wat doe jij als je teveel clichés in je tekst ziet?
  • Kun je zelf een uitdrukking verzinnen die zo sterk is dat het een cliché zou kunnen worden? Waar moet deze aan voldoen?

Je kunt je tips of ervaringen in het antwoordveld hieronder kwijt.