Hoe je je voordeel doet met clichés
Door Marjon Cosijn
Je hebt vast reikhalzend of halsreikend uitgekeken naar deze nieuwe aflevering in de serie over het cliché. Of misschien heb je in afwachting van deze blog nieuwe, frisse, verrassende uitdrukkingen bedacht voor het begrip cliché. Daar ging immers de tweede blog in deze serie over: Hoe kun je clichés opfrissen?
In de eerste blog over dit onderwerp vertelde ik je over het ontstaan van clichés. Een cliché ontstaat als een uitdrukking zó treffend dat deze door steeds meer mensen wordt gebruikt. Iedere nieuwe, frisse manier van iets verwoorden loopt dus kans om een cliché te worden.
Vandaag gaan we nog een stap verder: in deze blog vertel ik je hoe je je kennis over clichés kunt inzetten in je verhalen.
Cliché als mogelijkheid
In plaats van het cliché als struikelblok te zien, ga ik in deze blog de mogelijkheden ervan onderzoeken. Ik ga de zaken omdraaien, zodat je leert om wat je tegenwerkt vóór je te laten werken.
Het is belangrijk om te beseffen dat clichés deel uit maken het collectieve geheugen. Dat wil dus zeggen dat het gaat om kennis die nagenoeg iedereen bezit.
Dit weet de schrijver
Als schrijver kun je dus aannemen dat jouw lezer moeiteloos de onderstaande zinnen kan afmaken:
- er kraait geen … naar
- iemand een ….oor bieden
- met de ….. op stok
Niet alleen uitdrukkingen, maar ook personages kunnen cliché zijn:
- een saaie boekhouder
- een computernerd met een bril
- een overbezorgde moeder
Het verwachtingspatroon
Nu je weet dat clichés bestaan, kun je er gebruik van maken. Op een bepaalde manier lijkt schrijven op een spel dat je speelt met je lezer.
Als schrijver kun je nu door clichés te gebruiken bepaalde beelden oproepen bij je lezer. Jij gebruikt een woord, en bij de lezer ontstaat een bijbehorend plaatje. Dat is mooi. Nu kun je gaan spelen met het verwachtingspatroon van de lezer!
Als jij bijvoorbeeld over een boekhouder schrijft, vult het brein van jouw lezer dat personage automatisch in. Bij het woord ‘boekhouder’ zoekt het brein onmiddellijk beelden en associaties om de lezer te helpen om dit begrip helder te krijgen. Als het brein dat niet zou doen, zouden wij niet begrijpen wat al die woorden samen betekenen.
Bij het woord ‘boekhouder’ levert mijn brein aan: saai, grijs, rekensommetjes, tabellen, stoffig, moeilijk, cijfers, calculator, geld, onbegrijpelijk. Als het goed is, levert jouw brein iets vergelijkbaars aan. Bij dit soort algemene woorden kun je ervan uitgaan dat het brein van de gemiddelde lezer iets soortgelijks oplevert. Daar liggen jouw kansen als schrijver.
Doe het anders
Als de boekhouder in jouw verhaal overdag keurig op tijd komt, zich nauwgezet over de cijfertjes buigt en tussen de middag een witte boterham met kaas uit zijn broodtrommeltje haalt, bevestig je het plaatje van de lezer. Zó ziet hij een boekhouder voor zich. Dat is het cliché.
Nu kun je aan de slag. Maak een lijstje van alle begrippen die het woord ‘boekhouder’ bij je oproepen. Denk aan uiterlijk, karakter, levenswijze, kleding, gedrag. Ga nu op zoek naar tegenstellingen. En maak je boekhouder avontuurlijk, ondernemend of onvoorspelbaar. Trek hem weg van het cliché! Een boekhouder die ’s avonds de tango danst, die verrast de lezer!
Laat me weten hoe jij dat doet:
- Heeft deze blog je op ideeën gebracht?
- Kun je bijvoorbeeld het cliché ‘bakker’, ‘tandarts’, ‘professor’ of ‘koningin’ hieronder ontleden en verfrissen?
Je kunt je bijdrage kwijt in het antwoordveld hieronder.
Geef een reactie