Het gaat om de juiste mix!
Door Marjon Cosijn
Daarnet stond ik in de keuken tussen de pompoen, uien, wortelen en kokosmelk. Ik keek naar de groenten en bedacht dat ik er van alles van zou kunnen maken. Het zou taart kunnen worden. Of quiche, een stoofschotel of puree. Dat wordt het allemaal niet. Het wordt soep, pompoensoep. Ik ben er dol op.
Verhalen hebben ook een aantal ingrediënten die aan het begin als een bonte verzameling om je heen liggen. Het zou van alles kunnen worden. Aan jou de keus.
Als je schrijft, mag je zelf bepalen wat je maakt. Jij bent de kok. Jij maakt uit hoe lang iets bakt, stooft of smoort. Er is altijd een waaier aan mogelijkheden.
Maar waar je niet onderuit kunt, zijn een paar basisregels.
1. Schep een interessant personage
Verzin een heel foute makelaar of schrijf over een priester met twijfels, maar schrijf niet over dat wat voor de hand ligt. Een moeder met een sterke voorkeur voor één van haar kinderen intrigeert meer dan een moeder die alle tien haar kinderen even lief heeft.
Geef je hoofdpersonage iets mee dat de lezer verwondert. Iets dat nieuwsgierigheid opwekt zodat jouw lezer meer wil weten en verder wil lezen. Geef jouw hoofdpersoon een bizarre wens mee of de noodzaak om ergens achter te komen.
2. Zet haar wereld op zijn kop
Zorg dat je personage uit haar comfortzone geschopt wordt. Laat iets gebeuren waardoor alles anders wordt. Waardoor zij zichzelf opnieuw moet uitvinden. Waardoor zij niets meer kan doen zoals ze dat altijd deed.
Stel dat zij wordt ontslagen. Dat heeft invloed op alle aspecten van haar leven. Op haar dagindeling, haar financiën, haar sociale leven. Ineens is het personage al haar zekerheden kwijt. Dus verzin iets dat haar wereld op zijn kop zet.
3. Laat je personage lijden
Jouw personage moet een crisis overwinnen. Een crisis in de buitenwereld: alles is veranderd en zij kan niet meer terug. En een crisis in de binnenwereld. Ook daar is niets meer zoals het was. Als je namelijk eenmaal ontslagen bent, moeder geworden of geëmigreerd, kun je niet meer terug. Althans niet zonder kleerscheuren.
Het gaat om de juiste mix. Het personage dat worstelt en waar de lezer meer van wil weten. De gebeurtenis die haar leven op z’n kop zet. Het lijden dat haar dwingt te veranderen. Bedenk dat jij bepaalt of het een pikante schotel of een maaltijdsoep wordt.
Ik wil graag van jou weten wat jij het belangrijkste element in jouw verhalen vindt. Waar leg jij de nadruk op? Wat mag volgens jou niet ontbreken? Schrijf je reactie nu in het antwoordveld hieronder.
Ieder verhaal heeft inderdaad conflict nodig als uitgangspunt. Conflict in fictieverhalen is daarbij iets anders “geladen” dan in de dagelijkse betekenis van het woord. Conflict=tegenstelling. Een personage wil of moet iets en dat doel wordt tegengewerkt. Het personage moet in actie komen.
Fictie = nep, en lezers moeten geboeid blijven. Ze moeten in de fictieve droom worden gehouden. N.m.b.m. zijn veel “schrijfregels” afgeleid van dit axioma: overbodige uitleg, te veel of irrelevante details, inconsistentie, ongeloofwaardigheid, herhalingen, instructie van de lezer (zoals dialoogregie), om een paar belangrijke te noemen, zijn allemaal fictieve-droomverstoorders. Taalfouten (zoals genoemd door Gina Heynze) en interpunctiefouten vallen daar ook onder (al zijn er veel lezers die zich daaraan niet storen).
Leonardo, interessant. Mooi om conflict om te dopen tot ’tegenstelling’. Ik heb regelmatig cursisten die moeite hebben met het begrip ‘conflict’. Wellicht werkt ’tegenstelling’ beter voor hen.
Iets anders, je schrijft ‘fictieve-droomverstoorders’. Bedoel je niet: ‘fictie-droomverstoorders’ oid?
Nee, ik bedoel echt verstoorders van de fictieve droom. Als jij liever fictiedroom als begrip hanteert, heb ik daar natuurlijk geen bezwaar tegen.
Voor mij is ‘fictieve droom’ een begrip (fictive dream – o.a. John Gardner in ‘The art of fiction’, soms ook fictional dream genoemd in de Engelse literatuur). Het is de toestand waarin een lezer van fictie komt, als hij getransporteerd wordt naar de wereld die de schrijver heeft gecreëerd. Iedere verstoring van die fictieve droom vermindert de leesbeleving. Van verstoring is sprake als de lezer van emotionele beleving naar rationeel besef gaat, al zitten er gradaties in die verstoring die onder andere persoonsafhankelijk zijn.
Leonardo, natuurlijk ken ik het begrip ‘fictive dream’, en het is een van de belangrijke taken van de schrijver om de lezer daar te houden: in die fictionele droom. Jij schrijft: ‘Het zijn allemaal fictieve-droomverstoorders’. Jij bent de autoriteit op het gebied van interpunctie, ik denk dat een spatie mij geholpen zou hebben: ‘fictieve-droom verstoorders’. Wat denk jij?
Ahhh, dat gaat meer over Nederlands (off topic dan maar even). Volgens mij is fictieve-droom verstoorders (met spatie) niet correct. Ik noem het de Engelse ziekte :). Fictieve-droom (al dan niet met streepje) is immers geen bijvoeglijk naamwoord. Het streepje komt ertussen in de samenstelling omdat het op droom slaat; zonder streepje zou het op verstoorder slaan. Ik ben geen neerlandicus en de laatste wijzigingen (1996) lijken ernaar te tenderen dat het geheel aaneengeschreven wordt (fictievedroomverstoorders, dus). Persoonlijk vind ik dat slecht leesbaar. Misschien had ik beter “verstoorders van de fictieve droom” kunnen schrijven :). Voor je lezers die hierover meer willen weten: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/langeafstandsloper
P.S.: ik denk niet dat ik een autoriteit ben op het gebied van interpunctie. Wim Daniëls is dat m.i. wel. Op zijn blog heeft die een (gratis) leestekencursus. Een aanrader voor wie moeite heeft met interpunctie.
Leonardo, dank voor je toelichting. Je hebt ongetwijfeld gelijk. Hoog tijd voor mij om een kijkje te gaan nemen op het blog van Wim Daniëls. Leestekens zijn nooit mijn sterkste kant geweest. Hoera, we blijven leren.
Het allerbelangrijkste vind ik: Correct Nederlands.
Als dat niet het geval is dan wordt het nooit iets tussen het verhaal en mij.
Ik stoor me er dan zo aan dat ik niet meer verder kan lezen.
De fouten overstijgen als het ware het verhaal wat soms echt de moeite waard is.
Dank voor je bijdrage Gina. Correct Nederlands. Het Nederlands op de sociale media is vaak om te huilen. Net als in de krant. Het wordt voor mensen steeds lastiger om correct te schrijven wanneer zij voortdurend een foutief woordbeeld zien. Overigens haak ik ook onmiddellijk af bij taalfouten. Niet in teksten van cursisten, maar in gepubliceerd werk.
Ik denk aan de opdracht tijdens een van je schrijfcursussen, ik weet dat ik de bloem ‘de Roos’ koos.
Daarin kon ik heel wat in kwijt. In het ‘personage de Roos’ kon ik een spiegel voorhouden. Hoe mensen zich kunnen
gedragen.
Dat is voor mij een manier om een verhaal te schrijven. Een personage tegenover een personage uit de ruimte zetten.
Fantaseren met een vleug werkelijkheid erin. Moeilijk op ‘papier’ te zetten wat ik bedoel. In ieder geval ik begrijp wat je bedoelt met de mix.
Ja, ‘de mix’ is voor iedereen anders. Een recept voor ‘de juiste mix’ bestaat ook niet. Dat maakt en houdt het schrijven zo spannend.
Dank voor je reactie!
Het belangrijkste element in mijn verhalen (tot nu toe) is dat ik mensen aan het denken wil zetten.
Dat hoop ik dan te bereiken door op een speelse manier alledaagse problemen/taboe’s open te breken, er een herkenbaar verhaal rond te maken en de nadruk te leggen op humor, typetjes en dialogen.
Wat niet mag ontbreken, vind ik, zijn sterke openingszinnen (trigger om verder te lezen), vaart in een verhaal en een verrassend slot.
Ja, Marian, klopt: sterke openingszin/vaart/verrassend slot. Heel belangrijke elementen. Wat jouw teksten betreft: jij bent de koningin van het verrassende slot. Daarmee til je je verhalen altijd in de laatste zin nog naar een hoger plan. Heel knap.
Je klinkt als iemand van wie ik graag een verhaal wil lezen, Marian!
Een sterke opening is belangrijk, maar vind ik niet per se beperkt tot de eerste zin. Voor mij is de opening een vorm van conditioneren van de lezer: hij/zij moet worden ondergedompeld in de sfeer. Ik noem dat muzikaliteit van de tekst: de combinatie van toon, ritme, cadans, woordkeuze, klanken. Zinsbouw, zinslengte.