Waarom dialogen schrijven zoveel aandacht verdient
INTERVIEW door Marjon Cosijn met Leonardo Pisano
Je kunt je verhaal naar een hoger niveau tillen met uitstekende dialogen, maar hoe schrijf je die?
Schrijver Leonardo Pisano maakte met zijn dochter Marit van Ekelenburg Mosterd voor de maaltijd, dé Nederlandstalige gids over het schrijven van dialogen.
Onlangs mocht ik Leonardo interviewen over het ontstaan van Mosterd voor de maaltijd. Dat interview lees je hieronder.
Momenteel werken Leonardo en Marit aan een uitbreiding van hun Mosterd voor de maaltijd en zij vragen input van mensen zoals jij die bezig zijn met schrijven. Waar heb je behoefte aan? Welke kennis mis je nog? Wat zou je willen weten? Onderaan deze blog kun je je vraag stellen.
Waarom heb je Mosterd voor de maaltijd geschreven/ samengesteld?
Ik ben tamelijk autodidactisch en lees veel over allerhande schrijftechnieken. Van diverse belangrijke zaken maak ik aantekeningen, vaak fragmenten uit vooral het Angelsaksische taalgebied. Zo ook over dialogen waarover relatief weinig bekend is. Ik deelde mijn ‘snippets’ met enkele bevriende schrijvers en die drongen erop aan er een boekje van te maken. Aanvankelijk zag ik dat niet zo zitten: veel werk voor een niet al te grote oplage, maar toch maar aangepakt omdat de meeste schrijvers dialogen schrijven erg lastig vinden. Gelukkig vond ik mijn dochter Marit, die eindredacteur is bij een regionale krant, bereid mee te helpen.
Hoe heb je je keuzes gemaakt?
We wilden vooral praktisch blijven en zijn begonnen met basale zaken die we om ons heen mis zagen gaan. Natuurlijk hebben we de wijsheid niet in pacht en daarom vonden we het nodig veel voorbeelden te geven zodat de doelgroep zelf kan verifiëren wat voor hen werkt en wat niet. Zie Mosterd voor de maaltijd meer als een grabbelton van instrumenten en concepten, waaruit je als schrijver kunt putten dan als een keurslijf met een set van regels
Waar haal je al die kennis vandaan?
Vooral uit schrijfboeken en analyse van dialogen in bestaande boeken. Ik heb ook veel geëxperimenteerd in korte verhalen en de feedback daarop tot me genomen. Ook was feedback van proeflezers erg nuttig. Uiteindelijk gaat het er vooral om dat de dialogen natuurlijk overkomen en dat de setting waarin die dialogen zich voltrekken kleur geven aan hoe iets wordt gezegd, hoe personages in elkaar steken. Ook moeten ze de plot vooruit stuwen. Een broodje-pindakaasdialoog is een vrijkaartje om lezers te doen afhaken.
Verliep het schrijven zoals je je had voorgesteld?
Niet echt. Ik kwam er snel achter dat dialogen eigenlijk alles wat schrijven inhoudt in zich verenigen. Ik durf te stellen dat als je dialogen schrijven meester bent dat je vrijwel alle facetten van het schrijven beheerst. Mosterd voor de maaltijd gaat daarom niet puur en alleen over dialogen schrijven. Het beziet een dialoog in de context van het hele verhaal.
De ervaring was verder dat door het expliciet uit te schrijven we gedwongen waren meer dan gemiddeld in de materie te duiken. Dat is mijn kennis ten goede gekomen.
Hoe waren de rollen verdeeld tussen jou en de mede-auteur?
Marit is erg kritisch op teksten en heeft zich vooral gefocust op de eindredactie en de vrouwelijke ’touch’ in het hoofdstuk over verschillen tussen vrouwenpraat en mannentaal. Ook ter zake van besluiten welke voorbeelden we wel en niet zouden gebruiken, heeft zij een sterke inbreng gehad.
Waarom wil je Mosterd voor de maaltijd uitbreiden/herzien?
In de afgelopen vier jaar zijn onze ideeën verder ontwikkeld. Een aantal hoofdstukken zullen verder worden uitgediept en van verse voorbeelden worden voorzien. Twee onderwerpen die zullen worden toegevoegd zijn dialogen tussen meer dan twee personages – met name hoe te vermijden dat je om de haverklap een dialooglabel moet gebruiken, en subtekst. Dat laatste is minder lastig dan het lijkt en maakt een dialoog pregnanter en meer geëngageerd. Lijkt ook meer op dialogen in het echt; mensen drukken zich gewoonlijk niet zo recht voor de raap uit tenslotte.
Daarnaast hebben we in de planning een hoofdstuk over diversen, zoals chatten, telefoneren, gebarentaal, afluisteren.
Verder vragen we schrijvers onderwerpen aan te dragen waar ze mee worstelen.
Laat weten waar jij als schrijver op gebied van dialoog mee worstelt.
Zet jouw onderwerp hieronder en krijg antwoord van Leonardo Pisano!
Wat vind jij lastig in het schrijven van dialogen?
- Aangeven wie de spreker is.
- ‘Eigen taal’ voor ieder personage.
- Hoe geef je buitenlandse accenten weer in dialoog?
Zomaar wat voorbeelden van zaken die een rol spelen bij het schrijven van dialogen.
Zet je eigen vraag/onderwerp hieronder en gebruik Mosterd voor de maaltijd om je dialogen te verbeteren.
Leonardo Pisano schrijft verhalen met het thema ‘individuele vrijheid’ als leidend motief. In oktober 2017 is zijn tweede boek verschenen bij Uitgeverij Ambilicious: Noblesse Oblige is een psychogische thriller. Zijn kennis over dialogen schrijven is gebundeld in Mosterd voor de maaltijd. Voor meer informatie: www.leonardopisano.nl.
Ik schrijf een boek over een ervaring vanuit een interne beleving (wat mij van binnen beweegt) ik gebruik veel interne dialogen. Maar in het boek komen ook regelmatig gesprekken met derden aan bod. Vraag 1: moet ik voor al die gesprekken de dialoog methode gebruiken? Vraag 2: hoe zorg ik ervoor dat er spanning ontstaat in die soms redelijk eenvoudige koffie-gesprekken (dus met derden) Vraag 3: of is het juist krachtiger om met name de interne gesprekken als dialogen op te voeren en de andere gesprekken op een andere manier weer te geven? En hoe dan?
Ruth,
1. Je moet niets. Je kunt het samenvattend gebruiken, als een herinnering of flashback. Dialoog is altijd wel sterk omdat het de lezer in de actie trekt en je de dialoog met emotie kan larderen. Juist omdat je veel interne monoloog hebt, lijken mij dialogen een goede afwisseling en balans te geven.
2. Koffiegesprekken zijn in het dagelijks leven niet zo spannend. Belangrijk is in ieder geval dat je conflict inbouwt in fictieverhalen, ook in de dialogen. Voor spanning zijn meer mogelijkheden. Een effectieve manier is duidelijk maken dat een personage wat verzwijgt. Ook kan subtekst sterk zijn, dat wil zeggen het personage niet direct iets laten zeggen, maar de werkelijke betekenis verbloemen, insinueren e.d.
3. Ik zou de dialogen als gesprekken tussen twee of meer mensen blijven doen. Als je in gedachten met jezelf een gesprek voert, praten we over gedachten. Waarom zou je die als dialoog willen opvoeren?
1/2Interessant en leerzaam. Dank voor je heldere uitleg. Kan ik iets mee.
3 De gesprekken met mijzelf (voice dialoge) is eigenlijk ook een dialooggesprek (afwisselend gesprek tussen 2 ikken) dus niet alleen maar gedachten. De dialoog methode lijkt me prima om te gebruiken maar vraag me af of ik het verschil met de andere dialogen (met derden) ook (anders) ‘moet’ markeren..
heb je daar een suggestie voor?
Zolang het voor de lezer duidelijk is dat het twee ikken zijn, kun je het n.m.m. zls een gewone dialoog presenteren. Zoiets als iemand die tegen een spiegel praat. Het is alleen wel zo dat een dialoog gesproken tekst is en een gesprek in gedachten is dat niet. Daarom zou ik het bijv. in cursief font zetten om de lezer niet de indruk te geven dat het personage gestoord is..
Ik werk zelf aan een dialoog met een gepersonificeerd voorwerp, waarbij het voorwerp in feite een alter ego (geweten) voorstelt. Daarin laat ik ze een “echt” gesprek hebben. De lezer zal niet op het verkeerde spoor worden gezet omdat hij weet dat een voorwerp niet kan praten. Hoewel in fantasy kan het anders zijn natuurlijk.
Het omschrijven van een persoon die kwaad is kan vast op vele manieren worden omschreven. Om nu kwaadheid en uitfoeteren van één persoon goed weer te geven vind ik moeilijk
Kwaadheid is een emotie. Belangrijk is dat de uiting (lichaamstaal, actie, woordgebruik) bij het personage past. Je hoeft niet altijd alle drie te gebruiken. Als een personage zegt: ‘Ben je nou helemaal bedonderd!’ dan is het voor de lezer wel duidelijk dat het personage kwaad is.
Hoe zorg je voor een goede, soepele en dus leesbare overgang van je tekst naar dialoog.
En van de dialoog weer terug naar de tekst?
Zodat je dialoog niet “patsboem” je verhaal binnen komt vallen maar zodanig dat het een verbinding is.
“Patsboem” hoeft niet altijd een probleem te zijn. De crux is context. Als blijkt dat iemand wat gaat zeggen / reageren dan zal de lezer dat niet als een te abrupte overgang ervaren.. je kunt een nieuw hoofdstuk ook met dialoog beginnen. dat trekt de lezer onmiddellijk in de actie.
Er zijn diverse technieken, zoals lichaamstaal (zie de eerdere blog), die de overgang soepeler kunnen maken. Post anders een voorbeeld waarmee je worstelt en vraag om commentaar.
Ik zou het leuk vinden om te horen hoe je dialogen schrijft met drie of meer personen, zonder dat je steeds hoeft te vertellen wie wat zegt. Meestal laat ik er maar twee aan het woord en soms een derde.
Dat onderwerp hebben we reeds in draft uitgewerkt. Zou je dat voor ons willen proeflezen? Zo ja, mail me dan s.v.p. naar leonardo(punt)pisano57(apestaartje)gmail(punt)com.
Ik gebruik ‘Mosterd’ regelmatig als naslagwerk. Het boek is zijn geld meer dan waard.
Ik mis dit: Mijn vader was doof. Toch kon hij mensen die met elkaar spraken soms redelijk volgen. Ik probeer dat wel eens voor mezelf. Ik kijk dan naar mensen die ik door afstand en of afscheiding niet kan horen. Ik merk dan dat als je het onderwerp van gesprek kent, je uit mimiek, gebaren en hoe woorden op lippen worden gevormd, best veel kunt opmaken.
Met andere woorden: een uitbreiding op de paragraaf over non-verbale communicatie.
Dank je voor je vriendelijke woorden re Mosterd voor de maaltijd.
Ik zal je opmerking meenemen. Gebarentaal is in de planning en de combinatie met “interpretatie van lichaamstaal” is een sterke toevoeging al zie ik nog niet onmiddellijk hoe ik dat kan vormgeven. Dan k je, Marc!
Ze je de dialogen in cursief of maak je gebruik van aanhalingstekens (” “) (‘ ‘) en zo ja, welke?
Dag Vivane, dank je wel voor je vraag.
Dialogen schrijf je niet cursief. Je zet de gesproken tekst tussen aanhalingstekens. Wat mij betreft bij voorkeur enkele (‘ ‘), dubbele maakt het beeld op de pagina zo onrustig.
De meeste uitgevers geven de voorkeur aan enkele aanhalingstekens, al is het maar om inkt te sparen. In Mosterd voor de maaltijd spreken wij onze lichte voorkeur uit voor dubbele, om geen verwarring te krijgen met regulier gebruikte aanhalingstekens zoals in do’s and don’ts, Maria’s, e.d. In mijn laatste boek Noblesse Oblige zijn dubbele gebruikt.
Of dubbele het beeld onrustig maakt? Voor sommigen wel, maar de praktijk is dat een lezer na een paar pagina’s gewend bent aan de gebruikte conventie.
Twee opmerkingen:
1. Wees consistent in je keuze.
2. Gebruik dan voor woorden waar je mee wilt uitdrukken dat je iets niet letterlijk moet nemen de “andere” aanhalingstekens, alsook voor geciteerde teksten en voor dialogen in een v.v.t. (in een flashback).