Of het echt gebeurd is, vragen lezers mij altijd over het verhaal van mijn roman Maidentrip.

Ja en nee.

In januari 1974 legde een Grieks schip aan in Terneuzen en ontmoette ik de eerste stuurman.

We werden verliefd, maar het schip moest vertrekken. Ik zette hem uit mijn hoofd totdat brieven met exotische postzegels op de deurmat vielen. En een paar maanden later een ticket om naar Athene te komen. Voor een vakantie van drie weken. Dat liep anders: anderhalf jaar later kwam ik terug.

De foto hiernaast is uit mijn Griekse tijd, genomen in 1975 in Porto, Portugal.

Het vrachtschip heette Saronikós Kólpos (Saronische Golf) en vaarde voor Blue Lines Shipping co. in Athene (wilde vaart). Het werd in Duitsland gebouwd en valt op omdat het twee accomodaties heeft. Foto: januari 1974, Terneuzen.

Mijn ervaringen als jong Nederlands meisje in de Griekse samenleving en aan boord van het Griekse schip zijn authentiek. Dat wil niet zeggen dat alles letterlijk zo heeft plaats gevonden.

Huug Pieterse, kapitein in ruste, moet hier genoemd worden. Hij heeft mij bijgestaan wat betreft de technische details en daarvoor blijf ik hem dankbaar.

Marjon Cosijn 1975
Saronikós Kólpos 1974