Durf jij alles te schrijven?
Door Marjon Cosijn
Onlangs schreef ik Wat vindt tante Truus ervan? een blog over ongewenste meelezers op je schouder. Deze imaginaire criticasters kunnen je verhinderen om te schrijven. Je verlamt, je loopt vast, je raakt gefrustreerd.
In deze blog ga ik nog een stapje verder, want in het geval van die ongewenste meelezers is het duidelijk: er is geen of te weinig productie. Het onderwerp van deze blog ligt in dezelfde lijn, maar dit struikelpunt zit wat meer verstopt. Je komt het niet zo gemakkelijk op het spoor, omdat het witte-pagina-symptoom ontbreekt: je schrijft namelijk wel.
Wat is dan je valkuil?
Je verhaal kabbelt
Je verhaal is oninteressant, want het kabbelt.
Dat is de grootste fout die je kunt maken, want een kabbelend verhaal wordt weggelegd door je lezers en het is een belediging voor je personages.
‘Voor mij zijn mijn karakters net gewone mensen, die dus over alles kunnen oordelen, met ook hun (onterechte) vooroordelen.’
Aldus een schrijver onder mijn blog Wat vindt tante Truus ervan.
Voel jij je écht vrij om te schrijven wat je wilt? Een verhaal is namelijk pas interessant als er echte personages in rondlopen. Echte personages hebben donkere en lichte kanten.
Je kunt schrikken van je eigen personages
Personages zeggen of doen soms dingen waar je je voor schaamt. Ze vloeken, ze hebben geen principes, ze zijn ontrouw, ze liegen, ze bedriegen. Dingen die jij zelf wellicht nooit zou doen.
Op Schrijversvakschool Amsterdam zei onze mentor altijd; “Als schrijver ben je god”. Dat betekent dat je als schrijver de creator bent, de schepper van jouw universum. Jij bepaalt de regels en de wetten.
Hoe vrij ben jij als schrijver?
Gaandeweg merkte ik dat helemaal niet zo’n ‘god’ was: ik hield bij het schrijven rekening met anderen. Ik woon in een kerkelijke omgeving en ik had veel kerkgangers onder mijn cursisten en lezers.
Ik wist dat zij de wereld anders ervaren dan mijn personages. Stomverbaasd leerde ik dat zelfs een woordje als ‘verdorie’ als een vloek ervaren werd.
Het heeft mij tijd en moeite gekost om werkelijk vrij te schrijven en alle imaginaire meelezers onverbiddelijk weg te sturen. Maar het feit dat ik me ervan bewust werd, was de eerste stap.
Pas jij je personages aan?
- Vind jij het belangrijk wat je omgeving van je verhalen en je personages vindt? Houd je je in?
- Wat laat je personages niet zeggen, doen of denken?
- Durf jij alles te schrijven? Durf jij scènes te schrijven vol geweld of seks? Waarom wel of waarom niet? Deel je ervaringen en tips hieronder in het antwoordveld en praat mee!
Deel je ervaringen hieronder en praat mee!
Ik durf wel alles te schrijven, maar ik doe het niet uit respect voor de betrokkenen in mijn verhaal. Ik popel om met mijn levensverhaal naar buiten te kunnen komen…….
Er komt een tijd dat ik de sprong ga wagen…
Heus ‘zij’, er zijn manieren om op een goede, integere manier je verhaal te schrijven zonder betrokkenen voor het hoofd te stoten. Als je dat proces aangaat, is het helend voor jezelf. Dat weet ik uit eigen ervaring en ook doordat vele cursisten hun verhaal met mij deelden.
Volgens mij is dit mijn grootste belemmering als schrijver, en houdt het me tegen om echt de schrijver te zijn die ik zou willen zijn – ik durf niet, of toch niet helemaal. Onlangs wilde ik een personage iets laten zeggen over masturbatie, maar bedacht me meteen met het idee dat familie, vrienden het zouden lezen… wat zit die christelijke repressie diep ingebakken zeg! Terwijl ik zelf het meest bewondering heb voor schrijvers die gedurfd durven schrijven… Hoe overstijg je dit???
Ja, als je gaat schrijven, loop je tegen je eigen belemmerende gedachten aan. De familie, de buurt, de collega’s: wat zullen wel denken.
In de eerste plaats is het mooi dat je dit ontdekt. Dat is de eerste stap. Als je jezelf er (nu nog) niet toe kunt brengen om over dat soort zaken heen te stappen, kies dan een pseudoniem. Dat geeft je alle vrijheid.
En misschien heb je ook iets aan deze blog https://www.marjonsarneel.nl/wat-vindt-tante-truus-ervan/.
Ok, nu snap ik wat er mis is met mijn NaNoWriMo-verhaal. Ik had geen zin meer om verder te schrijven. Had het zo’n beetje gehad met mijn hoofdpersonage. Het kabbelt dus. Tijd om haar écht haar gangetje te laten gaan!
Mooi inzicht Katrien! Geniet van het vuurwerk :)
Ik schrijf (*tracht te schrijven) vanuit mijn personages. Dat betekent dat die anders praten, anders doen dan ik als persoon zou doen. Mijn vrouw, mijn trouwste fan en proeflezer, zegt weleens: moet dat nou zo grof? dan antwoord ik: dat zeg ik niet, maar mijn hp. Dan kijkt ze me aan alsof ik heb beweerd dat de aarde een kubus is, maar het is toch echt zo.
[*N.B.: overigens kun je een bol legitiem als een kubus tekenen. Dat is een kwestie van definitie.]
Als je meelezer dat roept, heb je het goed gedaan (wat betreft vrijmoedigheid). Ik weet niet of Louis Couperus er last van had, maar in ons voyeuristische tijdperk worden schrijver en protagonist steeds vaker verwart. Ik heb het gevoel dat schrijvers daarom weleens minder durven. Wat betreft die kubus, daar moeten we het nog maar eens over hebben.
Een kubusvormige bol: ja, dan wordt het wel erg wiskundig :)
En eerlijk gezegd ben ik meer van de verhaallijn dan van de wiskundige lijn, Leonardo!
Die Tante Truus, daar ga ik gezellig mee koffie drinken. Ze kijkt mee en ik ga met haar in discussie. Ja, misschien hou ik van brave taal. Goed, soms ben ik baldadig en zegt ze, Oh Oh, Odile! Wat schrijf je nu weer? Dan verdedig ik me of geef toe Tante Truus is bij mij aardig gezelschap. Mocht ze me afkraken, dan ben ik onverbiddelijk. Ga maar even nadenken!
Ja, of ze ’tante Truus’ heet of ‘het groene mannetje’, het gaat om die onverbiddelijke zelfkritiek. We moeten ons daar zó bewust van zijn, en zorgen dat we de baas blijven in ons verhaal en zelf de regie houden over ons schrijverschap. :)